петак, 25. фебруар 2011.

Black

En hoe ging het?

Slecht. Slechter. Hij zat voor mijn huis en wachte. En ik… ik kon niets doen. Ik haatte hem omdat hij alles was wat ik wilde. Maar hij deed me pijn. Hij ging naar zijn Alska zonder iets te zeggen. Hij kwam terug, belde me op en ging weer. En gisteravond zat hij voot mijn huis en wachte

Hij zat op de trap en rookte. Zoals het een normal ding is. Zoals hij in dit gebouw woonde. Wat wilde hij? Wat wil hij?

Ik kwam met de tram. In mijn hand had ik mijn sleutels, in mijn hoofd – miljoen gedachten. De nacht was warm, maar zonder maan. Ik zag hem op de trap met een sigaar tussen zijn vinders. De sleutels vielen op de grond. Ik stond daar zonder woorden, zonder reactive.
Ik wilde hem alles zeggen, ik wilde met hem praten. Ik wilde met hem gaan wandelen. Ik wilde, ik wilde, ik wilde… Maar deed niets. Ik wist het: Morgen moet hij gaan.

1 коментар: