понедељак, 24. мај 2010.

Je gedachten zijn te paars

Ik ben hier, maar enzaam.
In me iz er alleen stilte tijdens ik door de stad loop.
Mijn dromen waren groot. De plannen waren groot. De gedachten waren schoon. De kracht was sterk genoeg. Het lijf was gezond. Er was licht op deze weg. Er was schoonheid. Ik kon me horen zingen... praten... zeggen.
Ik was hier, ik was niet alleen. Ik wist de woorden van het leven. Ik wist de woorden van mijn leven. Ik was het leven. Ik was het licht. Ik was het lied die voor de piano geschreven was.
De dagen waren wit.
Nu zijn de nachten ook wit.
Nu kan ik niet slapen. Ik kan niet dromen.
Er is een oorlog van gedachten in mijn hoofd. Een oorlog van woorden in mijn lichaam.
De dagen zijn dezelfde. De nachten zij dezelfde. Deze stad is zo klein en donker.
En alles was beter. Schooner. Onze leven was groter... Er was lawaai. Er was overstroming van woorden, maar nu is het klaar.
Stilte. Rond me. In me.
De dagen zijn verloren.

Nu moeten we alles zeggen.

-Ik kan niet met je praten.
-Waarom?
-Ik heb geen tijd.
-Waneer wil je de tijd hebben?
-Ik weet het niet. Nooit?
-Wat heb ik gedaan?
-Ik weet het niet. Niets?
-Waar ligt het probleem?
-Het sneeuwt en ik ben te laat. Ik moet gaan.

De straat is nat. De stad is groot maar stil. Er is bijna niemand buiten.
Ik ben boos en onrustig. Vannacht zal ik niet slapen. En ik moet gaan. Ik ben laat. Altijd ben ik laat.

Ik ben verloren tussen de muren van je gedachten. Ik kan niet staan dichtbij de woorden die geen betekenis hebben. Ik moet gaan. Ik wil gaan. Maar er is geen verte die ver genoeg is van je ogen die me niets kunnen zeggen.
Het is genoeg met leugens. Nu moeten we alles zeggen.

недеља, 2. мај 2010.

mijn handen zijn schoon

Ik zal de wereld veranderen tot het eind van deze lied
Ik zal een dronken dans spelen in het ritme van wind
Ik zal de zon laten om deze lief te smelten
Tussen de wereld ver van ons

Ik kwam om je te dragen
Dat je niet bang bent
Dat je niet je ogen dichtdoen
Dat je niet woord bij woord vergeet

Ik kwam om je te dragen
Tot de huzen van mijn voorouders
Om je te vertellen dat er geen nacht is
Dat de wens de honger en de brand is

Ik zal de taal, beweging en lichaam veranderen
Ik zal de woorden van iemand anders’ lied spreken
Ik kwam om je te vertelen....

*******************

Ze loopt alleen door de stad
Ze loopt alleen door de stad
Ze denkt alles
Alles dat ze denkt dat ze weet
Het is alleen down
Het is genoemd out

**********************

Daar is het winter
Daar is het te koud
Daar de dagen zijn te donker
Niemand heeft werk
Daar is er geen plaats waar ik kan slapen.